Een leven lang.... Een leven lang....
Zoeken

Over Armando

Armando is op 18 september 1929 geboren in de Amsterdamse Jan Lievensstraat. Zijn vader werkte als inspecteur bij een verzekeringsmaatschappij.

Later zal hij zijn oorspronkelijke naam in het register van de Burgerlijke Stand laten vervangen door Armando, een verbastering van Herman die hij te danken heeft aan zijn Italiaanse grootmoeder.

Betekenissen als 'zich wapenend' zoals de literaire analisten in zijn naam zien, zijn dus toevallig.

Als Armando vijf jaar oud is, verhuist hij naar Amersfoort. De nabijgelegen heidevelden vormen zijn nieuwe speelterrein tot daar in 1939 de eerste barakken worden opgetrokken om het gemobiliseerde Nederlandse leger te huisvesten. Na de capitulatie nemen de Duitsers het terrein in gebruik. Het wordt het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort – het Kamp Amersfoort in de volksmond -, een concentratiekamp voor gevangenen op doortocht naar Duitsland. De herinnering aan het geweld zoals dat zich zichtbaar rond en hoorbaar vanuit het kamp manifesteerde, ligt aan de basis van de overheersende thema's in Armando's latere oeuvre. Ook zijn positie als observator van (gewelddadig) menselijk gedrag is hiermee bepaald.

Op het gymnasium besluit Armando violist te worden. Hij speelt dan al met zigeuners mee en aan het eind van de oorlog treedt hij ook regelmatig met eigen orkestjes op. Naast zigeunermuziek speelt hij ook jazz.

Wanneer hij in 1949 naar Amsterdam vertrekt om daar kunstgeschiedenis te gaan studeren, legt Armando zijn viool terzijde om het instrument jaren later te herontdekken. Tijdens zijn universitaire studie begint hij met tekenen en schilderen. Na enkele exposities samen met anderen volgt in 1954 de eerste eenmanstentoonstelling van beeldend werk in de Amsterdamse galerie Le Canard. In datzelfde jaar verschijnen er drie gedichten van Armando's hand in het literaire tijdschrift Podium. Daarna volgen er meer publicaties, vooral in het tijdschrift Gard Sivik en zijn opvolger De Nieuwe Stijl, bladen waarbij Armando ook in de redactie zit. Ook worden er gedichten in bloemlezingen opgenomen. Armando's eerste zelfstandige literaire publicatie is Verzamelde gedichten (1964).

In 1958 treedt Armando in dienst van de Haagse Post, waar hij uiteindelijk chef van de kunstredactie wordt. Aan dit weekblad blijft hij tot eind jaren zestig verbonden, al is dat op het laatst op freelancebasis.

Vanaf zijn eerste tentoonstellingen en publicaties neemt Armando's carrière nationaal en internationaal een hoge vlucht. Daarbij breidt de kunstenaar de middelen die hij gebruikt, steeds meer uit. Zo houdt hij zich in de jaren zeventig en tachtig, als auteur en acteur, met toneel bezig en maakt hij televisiedocumentaires over het Kamp Amersfoort en over Berlijn, waar hij sinds 1979 woont.

Vanuit Berlijn schrijft Armando jarenlang columns voor NRC Handelsblad, die later verscheidene keren gebundeld zijn. Voor een van deze bundels, Machthebbers (1983), ontving hij de Bordewijkprijs en de Multatuliprijs. Deze laatste prijs kreeg hij nogmaals voor De straat en het struikgewas (1988). Eerder, in 1977, was Armando al voor Het gevecht gelauwerd met de Herman Gorterprijs en in 1985 voor zijn gehele oeuvre met de Jacobus van Looyprijs voor dubbeltalenten. Voor Dierenpraat ontving hij in 2000 een Zilveren Griffel.

Veel van Armando's werk is vertaald in het Duits, Frans en Engels. In 1998 werd in de Elleboogkerk in Amersfoort het Armando Museum geopend.