Over Imme Dros
Lezen en schrijven doet Imme graag, maar ook tekent ze, speelt toneel en vertelt verhaaltjes aan haar broertjes en zusjes.
Als ze veertien is, stuurt haar moeder een kerstgedicht van Imme op dat wordt gepubliceerd in ‘Vrije Geluiden’, het omroepblad van de VPRO.
In 1958 vertrekt ze naar Amsterdam om Nederlands te studeren. De studie valt haar tegen. Na een jaar wil ze stoppen en doet toelatingsexamen voor de toneelschool – niet om actrice te worden, maar om regie en toneelschrijven te leren. Ze wordt afgewezen en hervat haar studie Nederlands. Om wat bij te verdienen schrijft ze kinderverhalen en toneelstukken. In Amsterdam leert ze Harrie Geelen kennen, die ook (enige tijd) Nederlands studeert. Hij richt het Amsterdamsch Studentencabaret ’62 op. Imme bezoekt met hem geregeld het Sing Sing cabaret, dat elke vrijdagavond in het studentenrestaurant El Cantina optreedt. Zij treedt er zelfs op: in 1962 is een opname teruggevonden van het door Harrie Geelen geschreven lied ‘Ik ben To van het bureau’, gezongen door Imme Dros. In 1963 trouwen ze (met een heuse Texelse bruiloft), een jaar later doet Imme haar doctoraal. In januari 1964 wordt hun zoon Pieter geboren.
Harrie Geelen gaat als tekenaar werken bij de Toonder Studio’s en schrijft in de beginjaren zeventig de televisieseries ‘Oebele’ en ‘Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?’ Imme werkt mee aan de boekuitgaven daarvan, schrijft teksten voor het televisieprogramma ‘Ti Ta Tovenaar’ en werkt halve dagen als copywriter op een reclamekantoor.
Als de oudste vier is, wordt de tweeling geboren: Anne en Michiel. Imme voelt zich met handen en voeten gebonden, maar probeert in de weinige vrije tijd zoveel mogelijk te schrijven. Jarenlang probeert ze een bundel kinderverhalen te laten uitgeven. ‘Ik zeg voortdurend tegen mezelf: doorschrijven, niet zeuren. Dat heb ik van Harrie geleerd.’Omdat het manuscript steeds wordt teruggestuurd, noemt ze het De postduif. Tot haar verrassing wordt ze in 1970 zomaar benaderd door uitgeverij Van Holkema & Warendorf met het verzoek om een kinderboek te schrijven. Dat verschijnt in 1971: Het paard Rudolf. Het zal het begin betekenen van een lange, veelzijdige en succesvolle carrière als schrijfster. In totaal krijgt ze elf keer een Zilveren Griffel (nooit de gouden!) en in 2003 wint ze zelfs de felbegeerde Theo Thijssenprijs voor haar hele oeuvre. Hoewel Imme al jaren in een groot, karakteristiek huis in Hilversum woont, heeft ze altijd een bijzondere band gevoeld met Texel en de zee. ‘Hier in Hilversum denk ik nog net zo vaak aan de zee als wanneer ik nog op Texel zou wonen. Aan de zee leven of niet aan zee leven, dat is eigenlijk de kwestie’ (‘De leerschool van Imme Dros’ door Julie Wevers).